Amsterdam Mirakelstad
Amsterdam, 2021
5VV
Stichting  DE  HEILIGE  STEDE
Apokalyps 5:12 : “en zij riepen luid: ‘Waardig is het lam dat geslacht werd, de macht en de rijkdom, de wijsheid en de kracht, de eer en de heerlijkheid en de lof te ontvangen.”
Het Mirakel en de Stille Omgang (van de website: de Begijnhofkapel)
Het Mirakel Op 15 maart 1345, enkele dagen voor Palmzondag, ontvangt een zieke in de Kalverstraat te Amsterdam de Hostie bij het Sacrament der Zieken. Maar omdat hij zich niet goed voelt geeft hij over. Uit eerbied wordt alles opgevangen en in het vuur geworpen, maar de Hostie blijft in het vuur zweven. Eeuwen erna beschreef Anton van Duinkerken het in een sonnet: “De Hostie, weggeworpen in het vuur, bleef ongedeerd tussen de vlammen zweven. Genadekracht bleek sterker dan natuur.” Een vrouw steekt haar handen tussen de vlammen, haalt de Hostie uit het vuur zonder dat haar handen verbranden en legt het in een kist. De pastoor van de parochiekerk, de huidige Oude Kerk, wordt erbij gehaald en hij neemt de Hostie mee naar de kerk. De volgende dag opent de vrouw in de woning in de Kalverstraat de kist en vindt tot haar verbazing de Hostie weer in de kist liggen. Zij ontbiedt dadelijk weer de pastoor en hij brengt de Hostie weer terug naar de kerk. De dag daarna ligt de Hostie opnieuw in de kist bij de zieke. Dan pas begrijpt men dat God wil dat dit wonder openbaar gemaakt wordt; zodoende komt de pastoor en neemt de Hostie in een plechtige processie naar de Oude Kerk. Het jaar daarna wordt door bisschop Jan van Arkel verklaard dat er sprake is van een wonder. Twee jaar na dit voorval wordt er al op de plaats van dit wonder een kerk gebouwd (genaamd de Heilige Stede). Bovendien ontstaat de gewoonte om rond 15 maart een sacramentsprocessie door de straten van Amsterdam te houden. Er komt een stroom pelgrims op gang naar deze kapel om het Mirakel van het Sacrament te vieren. Aan deze ‘roomse’ processie kwam een eind toen in 1578 het bestuur van de stad Amsterdam overging naar het gereformeerde geloof (alteratie). De katholieken mochten hun geloof niet meer openbaar belijden. Sacramentsprocessie I n 1360 wordt er in een memorie melding gemaakt van een maart-processie. Vanaf 1346 tot aan de alteratie in 1578 werd waarschijnlijk ieder jaar op de eerste woensdag na de feestdag van Heilige Gregorius op 12 maart door de priesters en parochianen van de Heilige Stede het Heilig Sacrament gedragen naar de huidige Oude Kerk. Samen met de priesters en parochianen van de Oude Kerk liepen zij dan weer terug naar de Heilige Stede. Hiermede werd het ‘Wonder’ van 1345 herdacht. Deze processie moet een feestelijk schouwspel geweest zijn waar iedere katholieke burger van Amsterdam zijn steentje aan bij droeg. In de stoet liepen de Gilden voorop met hun gildentekens en beelden van de beschermheiligen van de Gilden. Zij werden gevolgd door kinderen die andere heiligenbeelden droegen, met daarachter een persoon te paard, die de Heilige Gregorius voorstelde op paard en een grote draak voortslepende. Daarna kinderen met vleugels aan hun schouders, drie afdelingen schutters en een aantal geestelijken en monniken. Uiteindelijk de priester van de Heilige Stede met het Heilig Sacrament van het Mirakel in een grote zilveren ciborie, onder een versierde draaghemel welke gedragen werd door de vier burgemeesters van Amsterdam. Het geheel werd omlijst door stadsmuzikanten die muziekstukken uitvoerden. Achteraan liepen de biddende gelovigen. Na de alteratie werden deze openlijke processies verboden. De Stille Omgang De grote stimulans tot de hernieuwde ontwikkeling van de Amsterdamse Mirakelverering kwam tot stand nadat een zekere Joseph Lousbergh een geschrift van 16 december 1651 ontdekte waarop de route van de middeleeuwse Mirakelprocessies stond beschreven. Samen met zijn vriend Carel Elsenburg besloot hij in 1881 die route weer devotioneel na te lopen. Het idee sloeg aan. Binnen enkele jaren groeide dit privé-initiatief uit tot een snel groeiende beweging. De initiatiefnemers besloten zich te organiseren in het ‘Gezelschap van de Stille Omgang’. Spoedig kwamen ook steeds meer katholieken van buiten Amsterdam om deel te nemen aan de jaarlijkse Stille Omgang. Het begin van het Mirakelfeest is elk jaar op de woensdag na 12 maart. Van woensdag tot en met zaterdag worden er dagelijks feestelijke missen in de kapel op het Begijnhof opgedragen. Maar de grote jaarlijkse manifestatie is nog steeds de Stille Omgang die wordt gehouden tijdens deze nacht van zaterdag op zondag. Met vele bussen komen dan uit geheel Nederland bedevaartgangers naar het centrum van Amsterdam. Na in een van de Amsterdamse parochiekerken de mis te hebben gevierd, nemen zij vervolgens verspreid over de nacht deel aan de Omgang en lopen de omgangsroute. Kenmerkend voor deze Omgang is dat deze stilzwijgend wordt volbracht, zonder openlijk gebed of gezang en zonder kerkelijke kledij of andere religieuze attributen. Vandaar de naam ‘Stille Omgang’. Deze Omgang duurt ongeveer een uur en vindt ergens tussen middernacht en vier uur in de zondagochtend plaats. Tegenwoordig lopen ongeveer 10.000 mensen deze tocht en ze komen van diverse christelijke kerken. De route van de Stille Omgang De route van de Stille Omgang komt voort uit de route die de pastoor liep met de hostie naar de Oude Kerk en waaruit het Mirakel is ontstaan. Centraal is de plek in de Kalverstraat waar het Mirakel heeft plaatsgevonden. de ‘GedachteNis’; maar ook de locatie voormalige Heilige Stede; en de Mirakelkolom op het Rokin (momenteel in gemeentelijke opslag). Secretariaat Gezelschap van de Stille Omgang Herengracht 220 1016 BT Amsterdam info@stille-omgang.nl www.stille-omgang.nl